De gemeente heft onroerende-zaakbelasting gebruikers op onroerende zaken die kunnen worden aangemerkt als niet-woning (zoals bedrijfsgebouwen en grond). De opbrengst van de OZB gebruikt de gemeente voor bijvoorbeeld onderwijs, wegen, cultuur, recreatie, de brandweer en maatschappelijke dienstverlening.
Het OZB-tarief dat u moet betalen, bestaat uit een percentage van de WOZ-waarde van het bedrijfsgebouw of grond. De gemeenteraad stelt de tarieven elk jaar opnieuw vast. U kunt geen bezwaar indienen tegen de vastgestelde tarieven.
Onroerende-zaakbelasting gebruikers niet-woningen: bent u op 1 januari van het belastingjaar gebruiker of huurder van een onroerende zaak die geen woning is, dan betaalt u het gebruikersdeel OZB. De onroerende-zaakbelastingen wordt niet opgelegd aan woningen.
Wijzigingen in de loop van het belastingjaar hebben geen invloed op de hoogte van het aanslagbiljet (verhuizing).
Gecombineerde woon- en bedrijfspanden:
Is de waarde van de bedrijfsruimte meer dan 30% van de totale WOZ-waarde, dan wordt uw onroerende zaak aangemerkt als een niet-woning. U ontvangt dan voor het niet-woning deel een aanslag de onroerende-zaakbelasting gebruikers. Voor de woning onderdelen hoeft u geen onroerende-zaakbelastingen te betalen.
Voor alle tarieven klik hier.
Terug naar Onroerende-zaakbelastingen